Oma's worstelen met opvoeding van aidswezen in Zuid-Afrika
NRC Handelsblad/DsWeekblad/TIME Magazine | 15 december 2012
Zuid-Afrika telt 3,3 miljoen wezen. Veel van hun ouders zijn overleden aan aids. De rebelse tieners blijven achter bij hun oma's, die grote moeite hebben hen in bedwang te houden. 'Het lijkt wel of ze kwaad zijn omdat ze hun ouders zijn verloren'.
Agnes Dlamini werd wakker van het gehuil van haar kleinzoon. Het was diep in de nacht in de arme township in Zuid-Afrika. Het gehuil klonk anders. Dwingender dan gewoonlijk. Ze stapte uit bed en ging de kamer van haar schoondochter binnen. De jonge vrouw was uit haar bed gerold. De baby lag bovenop haar uitgemergelde lijf en zoog aan de borst van zijn dode moeder.
Dat is hoe baby Lindelani hiv kreeg, weet de 81-jarige Dlamini nu. Via de melk van zijn moeder. Maar negen jaar geleden had ze geen idee. Dlamini verloor in nog geen jaar tijd haar zoon, haar dochter en haar schoondochter. Ze dacht aan hekserij. Iemand moest een vloek over haar gezin hebben uitgesproken. Wat anders kon het achter elkaar wegvallen van haar kinderen verklaren? Ze was begin zeventig en bleef achter met twee weeskinderen, baby Lindelani en een meisje, peutertje Thipo.
Zuid-Afrika is hard geraakt door de aidsepidemie. Het land heeft met 5,4 miljoen hiv-patiënten de meeste besmettingen ter wereld. Volgens cijfers uit 2011 heeft 10,6 procent van de bevolking hiv. Lange tijd werd de ziekte ontkend. Rond de tijd dat Dlamini's kinderen stierven, raadde de overheid rode bieten en citroenen aan als medicijn.
Pas in 2004 kwamen er langzaam aidsremmers beschikbaar. Van de 1,9 miljoen aidswezen wordt volgens UNICEF 64 procent door hun oma verzorgd. Zuid-Afrika's oma's, hier gogo's genoemd, worden voor de tweede keer op hoge leeftijd gedwongen moeder.
Oma Dlamini woont in township Alexandra, een van de armste stedelijke gebieden van het land. Krotten gemaakt van golfplaten leunen tegen elkaar aan en klapperen in de wind. Jonge werkloze mannen zwalken met halveliterflessen bier over de straten. Een rat schiet tussen toeterende taxibusjes door richting de riolering.
Dlamini woont in een iets beter deel van de wijk waar bescheiden stenen huizen staan, gebouwd door de overheid. In haar huis heeft ze een koelkast, een televisie en een eigen kamer met badkamer. Om haar matras zit dik plastic om het te beschermen. Het is een luxe in Alexandra dat ze haar bed niet met familieleden hoeft te delen. Oma Dlamini probeert zo goed mogelijk voor haar kleinkinderen te zorgen, vertelt ze. Ik wil ze het gevoel geven dat hun ouders nog leven.
Toen Dlamini jonger was, dacht ze dat haar kinderen op haar oude dag voor haar zouden zorgen. Maar een kind overleed aan een longontsteking, een bij een auto-ongeluk en twee aan aids. Het opvoeden van de volgende generatie, Thipo en Lindelani, is niet gemakkelijk. Ze luisteren slecht, zegt Dlamini. Mijn kinderen hadden respect voor me maar met deze kinderen is het anders. Ze vreest voor de dag dat haar kleinkinderen echte tieners zijn. De verhalen van andere oma's uit de buurt boezemen haar angst in voor de toekomst.
Rij je een paar straten naar beneden vanaf het huis van Dlamini richting de walmende vuilnisbelt dan woont daar de 71-jarige oma Elizabeth Danisa. Ze leunt tegen een rots voor haar huis. Op haar stoep zitten twee weeskinderen, Mpho (10) en Sibusiso (16).
Mpho is bezig met het poetsen van zijn schoenen voor een nieuwe schooldag. Danisa wacht op de straathoek op de politie. Oma wil dat Sibusiso een nachtje de cel in gaat omdat hij wiet rookt en drinkt en omdat hij de 75 euro maandelijkse uitkering opeist die ze als oma krijgt omdat ze voor hem als weeskind zorgt. Zijn zusje Thandiwe, ook wees, is naar familie gevlucht omdat hij haar regelmatig slaat. Sibusiso moet een lesje leren.
Een paar kilometer verderop zucht de 62-jarige oma Petronela Makhanya van de stress. Ze heeft de zorg over drie meisjes van acht, dertien en vijftien. De 15-jarige tiener Phindile wordt nog eens haar dood wegens de zorgen, zegt ze. Regelmatig loopt de oma met opgezwollen benen in het donker door de straten op zoek naar het meisje.
Een paar dagen geleden wilde ze haar kleren niet wassen, vertelt Makhanya. We kregen ruzie en ze bleef de hele nacht weg. 's Ochtends kwam ze terug in een nachthemd om haar schooluniform op te halen. Ze gaat met oudere jongens om. Ik ben bang dat ze zwanger wordt of hiv krijgt en haar moeder achterna gaat. Er valt niet met haar te praten.
Opgroeien in een stedelijke township zoals Alexandra is voor ieder kind moeilijk. De wijk is dichtbevolkt en er is grote werkloosheid, prostitutie, alcoholmisbruik, armoede en criminaliteit. Aidswezen lopen in deze buurten nog meer risico. Onderzoeken laten zien dat deze getraumatiseerde groep eerder het verkeerde pad op gaat en antisociaal gedrag vertoont. Bovendien zijn aidswezen jonger seksueel actief waardoor ze sneller hiv krijgen. Daarmee is een destructieve cyclus gaande.
Het lijkt wel of ze kwaad zijn omdat ze hun ouders zijn verloren, zegt de 68-jarige Maria Ramepekoa die drie aidswezen grootbracht. Ze zit samen met andere oma's in een zaaltje van een kleine kliniek in de wijk. Hier brengt de organisatie Alex Aids Orphans Project de oma's iedere week een paar uur samen om ervaringen te delen. Als mijn kleinzoon dronken is, zegt hij dat ik zijn moeder heb vermoord, deelt een andere oma.
Er zijn 39 oma's en 135 wezen bij het project aangesloten. Leidinggevende Diana Teffo probeert de oma's zo veel mogelijk te helpen. Ze wijst op de dozen in haar kantoor met sardientjes in blik en witte bonen in tomatensaus. Iedere oma krijgt van de organisatie een voedselpakket van dertig euro per maand. Veel oma's hebben maar een beperkt budget en hebben in hun leven niet kunnen sparen. Veel van hen hebben nooit gewerkt omdat ze als vrouw verwacht werden thuis te blijven. Of ze hebben laagbetaalde banen gehad, zoals hulp in de huishouding en kindermeisje. Tijdens de apartheid waren er geen goede opleiding- en carrièrekansen voor deze generatie.
De oma's uit Alexandra moeten leven van een overheidsuitkering van 110 euro per maand, die ze vanaf hun zestigste krijgen. Daar bovenop krijgen ze een maandelijks bedrag van 75 euro voor ieder weeskind waar ze voor zorgen. De meeste oma's staan er alleen voor. Mannen zijn vaak afwezig in het Zuid-Afrikaanse gezin. Slechts een derde van de kinderen wordt opgevoed door beide ouders.
De 34-jarige welzijnswerker Teffo functioneert als een tweede ouder en helpt met het onder controle houden van de rebelse tieners. Ze is als een verstandige dochter die luistert naar de oma's en als een oudere zus voor de wezen. Regelmatig bemiddelt ze tussen de partijen. Het is Teffo die de oma's aanmoedigt de politie te bellen en hun kleinkinderen een nachtje op te laten sluiten als ze echt te ver gaan.
Teffo bevestigt de kwetsbaarheid van de wezen. Oudere mannen weten dat de meisjes die wees zijn het niet breed hebben en dat ze geld nodig hebben, vertelt ze. Ze nemen hen mee naar de McDonalds of kopen kleren. Zo worden ze zwanger en krijgen hiv. En jongens worden door criminelen uit de buurt overgehaald om te stelen.
Voor de oma's is het niet makkelijk om hen onder controle te houden. Daarbij speelt ook hun schuldgevoel een rol. Veel gogo's denken dat ze geen goede moeders zijn geweest en dat ze gefaald hebben met hun eigen kinderen die zijn gestorven, zegt Teffo. En ze vinden dat hun kleinkinderen door hun verlies al genoeg hebben geleden. Daardoor zijn ze soms niet streng genoeg.
Bovendien worstelen de gezinnen met een generatiekloof. Oma's hebben moeite met het open praten over de onderwerpen die juist zo belangrijk zijn: seks, hiv en zwangerschap.
De oude oma Dlamini knikt. Ik heb er de juiste woorden niet voor. Het voelt ongemakkelijk om erover te praten. Bovendien zien ze me als een oude vrouw en geloven ze me toch niet. Mijn kleindochter lacht me uit als ik het probeer.
Dat de wezen door hun oma's worden opgevoed geeft problemen maar is volgens Teffo wel de beste oplossing. Het is beter dan uitpuilende weeshuizen. Kinderen die bij oma wonen, gaan bovendien nooit zonder eten naar bed. Als aidswezen bij tantes terechtkomen zijn ze doorgaans slechter af. Als de tante zelf kinderen heeft worden ze vaak als tweederangs kroost gezien. Bovendien drinken de gogo's hun uitkering niet op.
De 59-jarige oma Gertrude Ngcongwane (59) is een van die oma's die altijd wel weer een oplossing weet te bedenken om voor haar kinderen te zorgen. Ze zit op een houten bankje in de lentezon onder haar bont gekleurde was. Ngcongwane is een van de sterkste oma's uit de groep. Wegens diabetes kan ze niet meer werken en haar inkomen is mager. Ze leeft met haar gezin van 120 euro per maand, de gehandicaptenuitkering voor haar jongste kleinkind, de 10-jarige Thobeli.
Haar gehandicapte kleindochter kruipt over de grond. Lopen kan ze niet en het enige woord dat ze kent is mama. Naast Ngcongwane zitten haar 25-jarige kleinzoon Roni en haar 19-jarige kleindochter Charmaine (19). In principe hebben ze de leeftijd dat ze voor zichzelf moeten kunnen zorgen, maar beiden zijn werkloos. Roni greep nadat zijn moeder overleed aan hiv naar de fles; hij was pas vijftien. Charmaine maakte haar school nooit af omdat ze gepest werd omdat ze seropositief is.
Ngcongwane wil ergens rustig praten. Ze loopt naar binnen en laat de ijzeren hekken zien voor haar woon- en slaapkamer. De poorten zijn zo geïnstalleerd dat Roni de luiers van Thobeli niet kan stelen om ze te ruilen voor bier.
Oma Ngcongwane kan zich niet herinneren dat ze ooit gelukkig was in haar leven. Haar leven leest als een onvoorstelbaar drama. Op haar zestiende werd ze zwanger en kreeg ze dochter Lindile. De man met wie ze het kind kreeg nam nooit verantwoordelijkheid. Oma Ngcongwane bracht haar dochter samen met Johannes groot, een politieagent die ze niet uit liefde trouwde, maar omdat ze geen identiteitspapieren had. Ze komt oorspronkelijk uit Swaziland. Haar diepe stem zakt nog verder weg. Ik deed mijn best om haar goed op te voeden maar mijn dochter was niet te controleren. Net als ik kreeg ze op haar zestiende haar eerste kind.
Drie andere kinderen van verschillende mannen volgden. Tien jaar geleden werd haar dochter ernstig ziek. Thobeli was toen net geboren. De avond voor haar dood riep ze haar moeder bij zich in het ziekenhuis. Daar hoorde Ngcongwane dat ze hiv had. Maar er was een dieper geheim. Ze had een relatie gehad met mijn man Johannes, haar stiefvader.
Ngcongwane vermoedt dat Thobeli het kind is van haar dochter en haar man. Als ik naar Thobeli kijk, dan huil ik van binnen. Maar ze is nog steeds mijn bloed en ik moet voor haar en de andere kinderen van mijn dochter zorgen. Zo raakte Ngcongwane tegelijkertijd haar dochter kwijt en haar man, die ze verliet na de bekentenis. Haar man was de voornaamste kostwinner. Om haar inkomsten te spekken verkoopt oma lolly's, chips en appels in een klein stalletje naast haar huis. Als ze geluk heeft verdient ze daarmee drie euro en kan ze brood kopen.
Terug in de kliniek hebben de oudere weeskinderen een sessie met gemeenschapswerker Teffo over relaties. Mijn vriend heeft het uitgemaakt omdat ik geen seks wilde hebben, vertelt een meisje in schooluniform. Dan was hij niet serieus en het niet waard, reageert Teffo. Ze vraagt de 16-jarige Thuli naar haar relatie. Weeskind Thuli kreeg vorig jaar december een baby. Ik weet niet of ik verder met hem wil, ik ben nog aan het rondkijken, zegt ze.
Teffo praat wekelijks met de tieners in de hoop ze de juiste richting in te sturen. Met alle macht proberen we deze gezinnen er doorheen te helpen. Het aantal tienerzwangerschappen binnen de groep is het afgelopen jaar gedaald, twee tieners gaan naar de universiteit en drie naar de hogeschool. Onderwijs is de beste manier om te ontsnappen uit Alexandra.
Ook de oma's willen de cyclus met alle macht stoppen en hun kleinkinderen een beter leven geven. Een beter leven dan zijzelf en hun kinderen. Maar ik ben bang dat Charmaine een sombere toekomst tegemoet gaat, zegt Ngcongwane. Ze is seropositief en heeft geen opleiding dus wat gaat er met haar gebeuren? En wat wordt er van de gehandicapte Thobeli als ik er niet meer ben? Niemand wil voor haar zorgen.
De oude oma Dlamini maakt zich nu al zorgen over de 13-jarige Thipo. Ze hoopt dat Thipo's tante, de dochter van haar zus, met het meisje kan praten over jongens. Ze is ook bang dat haar kleinzoon het niet redt op school. Door de aidsremmers kan hij zich moeilijk concentreren. Het jongetje is onrustig en zijn blik schiet iedere seconde heen en weer.
Oma Makhanya vraagt zich af of het voor de 15-jarige Phindile, de tiener die avonden wegblijft, niet al te laat is. Ze heeft haar met twee oudere jongens gezien. Vooral oudere jongens leveren problemen op omdat ze wegens hun leeftijd de jongere meisjes makkelijker onder druk kunnen zetten om geen condoom te gebruiken. Ik denk dat ik het hele gezin moet meenemen voor een hiv-test.
Zie ook de bijgevoegde PDF voor het NRC-artikel en kijk naar Time Magazine; klik hier - Fotografie Jonathan Torgovnik
© Elles van Gelder. All material on this website is copyrighted. You can't copy, reproduce, publish or use this content in any other way, except if you have explicit permission. |